Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [63]O fontein der hoven, put [64]der levende wateren, [65]die uit Libanon vloeien! 63. Met deze woorden roemt de Bruid haren Bruidegom, die haar begiftigt met overvloed van wateren, dat is, met vele voortreffelijke geestelijke gaven, waarmede al de hoven, dat is al de gemeenten bewaterd en bevochtigd worden om overvloedige vruchten te dragen. Zie Jes.58:11. 64. Dat is, der gedurige wateren, altijd lopende, nimmermeer verdrogende of vervuilende, maar de mensen met hunne lieflijkheid verversende. Zie Gen.26:19. Dusdanig water geeft Christus den zijnen. Zie Joh.4:10,14, en Joh.7:38,39, en Jes.12:3. 65. Het schijnt dat hier gezien wordt op de rivier de Jordaan, die haar oorsprong neemt aan den voet van den Libanon, en zij liep langs door het beloofde land, hetzelve bevochtigende. Daar staat Openb.22:1, dat er uit den troon Gods en des Lams [hetwelk Christus is] een zuivere stroom van het levende water voortkwam.